De term ’hernia’ is een afkorting van herniatie wat ’uitstulping’ betekent. In relatie tot lage rugklachten gaat dit om een uitstulping van de tussenwervelschijf of wel de discus. De medische term is: hernia nuclei pulposi (HNP) wat staat voor een uitstulping van de kern van de tussenwervelschijf. De klachten die gepaard kunnen gaan met een hernia zijn beenpijn, uitval van gevoel en uitval van kracht in het been. Tegenwoordig wordt dit ook benoemd als Lumbosacraal radiculair syndroom (LRS). Dit klachtenbeeld komt in verhouding weinig voor. In minder dan 1% van de gevallen kan herniatie het klachtenbeeld verklaren.
Het is een bij veel mensen een misverstand dat hernia chronisch is. Mensen zijn bang dat ze er niet van zullen herstellen en dat hun activiteiten altijd beperkt zullen zijn. Gelukkig is de werkelijkheid anders. Het herstel duurt vaak lang en eist een juiste begeleiding. Het is dan in veel gevallen wel degelijk mogelijk om weer volledig pijnvrij het gewone leven te hervatten.
Het typische beeld van een LRS is een heftige schietende, scherpe pijn, gekoppeld aan een lendenwervel. De pijn is vaak erger in het been dan in de rug en kan toenemen als de druk op die plek toeneemt. De pijn kan gepaard gaan met tintelingen. Vaak zijn er bewegingen die de pijn verergeren zoals hoesten en niezen, maar in de acute fase kan er ook sprake zijn van een constante niet beïnvloedbare pijn.
De diagnose wordt gesteld op basis van het verhaal van de patiënt in combinatie met een neurologisch onderzoek. Dit kan de fysiotherapeut / manueel therapeut doen door middel van zenuwtesten die zijn gericht op de herkenbare pijn. Ook kan onderzoek worden gedaan op de kracht en het gevoel van de specifieke zenuw.
Veelal wordt er gedacht dat er een röntgenfoto en/of MRI-scan nodig is te zien wat de oorzaak van de klacht is. Toch is dat niet altijd verhelderend. Mocht de therapeut een duidelijk beeld zien waarbij zo’n onderzoek wel noodzakelijk lijkt te zijn, dan zal de therapeut dit uiteraard bespreken en in gang zetten.
Net als bij andere vormen van lage rugklachten zijn ook hier een juiste uitleg en het maken van een behandelplan het begin van de behandeling. Ook een realistische verwachting van het herstel en het bepalen van de beste manier om met de klachten om te gaan dragen veel bij aan het herstel. De therapeut zal tijdens de behandeling toewerken naar oefenvormen die de belastbaarheid van de rug vergroten. Daarbij kan de therapeut gebruik maken van technieken om de behandelde persoon weer in beweging te brengen en de persoon grip te doen krijgen op de klacht.
Vanuit het verleden bestond het vermoeden dat (bed)rust en mogelijk een operatie de manieren waren om te herstellen. Uit onderzoek blijkt nu dat oefentherapie en een gedoseerde opbouw naar herstel op de lange termijn een beter resultaat hebben. Het blijkt ook dat gevarieerd bewegen daar een positieve invloed op heeft. Dat kan al vanaf het begin van het klachtenbeeld worden ingezet.
Onze praktijk is aangesloten bij de NVMT van het KNGF.
Met name Joost, Robin en Jos zijn als master manueel therapeuten hierin bekwaam, Devano als MMT i.o. is een goed alternatief