Rugpijn is een veelvoorkomende aandoening die mensen van alle leeftijden en achtergronden treft. Uit onderzoek blijkt dat 50 tot 80 procent van de mensen ooit één of meer keren lage rugklachten zal krijgen. De meesten van hen zijn tussen de 40 en 80 jaar oud. Van de mensen met rugklachten zijn is 45 procent mannelijk en 55 procent vrouwelijk.
De oorzaak van lage rugpijn is meestal onduidelijk. Zeker is dat er veel uiteenlopende factoren van invloed zijn. Onderzoek leert dat ook het herstelproces voor iedereen wisselend verloopt. Van alle rugpatiënten is 25 procent binnen 3 weken hersteld, 50 procent is binnen 3 maanden hersteld. Bij de resterende 25 procent verloopt het herstel nog langzamer. Zelf na een jaar is een klein percentage nog steeds niet hersteld.
Rugpijn is een algemene term die wordt gebruikt om enig ongemak of pijn in de lage rug te beschrijven. Vaak bevindt de pijn zich inderdaad in de lage rug, maar in sommige gevallen wordt de pijn ook ervaren in één of beide billen of verder in het been. Naast rugpijn worden dan ook andere termen gebruikt zoals;
Bij lage rugklachten spelen naast het fysieke aspect ook pijnprocessen en sociale en psychologische factoren een rol. Enkele voorbeelden daarvan zijn;
Daarnaast valt het op dat personen met lage rugklachten vaak ook last hebben van andere aandoeningen. Denk hierbij aan hart- en vaatziekten, diabetes of longaandoeningen. Deze aandoeningen kunnen meewegen in het probleem rondom lage rugklachten.
Een fysio/manueeltherapeut zal aanvankelijk in een vraaggesprek met de patiënt willen ontdekken welke factoren van invloed kunnen zijn op het klachtenbeeld. Daarna wordt verder onderzoek gedaan en wordt er samen met de patiënt een behandelplan opgesteld. Iedere patiënt heeft immers een eigen verhaal en eigen karakteristieken, het is daarom niet mogelijk om een algemene behandeling of onderzoeksmethode te gebruiken.
Vanuit het verleden stamt de gedachte dat verder onderzoek in het ziekenhuis, zoals het maken van een röntgenfoto of MRI, meer duidelijkheid zal geven over wat er aan de hand is. Toch leert onderzoek dat deze methoden meestal geen extra informatie opleveren en zelfs een negatief effect kunnen hebben op het herstel. Mocht dit onderzoek toch relevant kunnen zijn, dan zal de therapeut dat met de patiënt bespreken en mogelijk in samenwerking met de huisarts in gang zetten.
De behandelmogelijkheden van de lage rug zijn voornamelijk gericht op de bewegingsmogelijkheden en een juiste belastbaarheid van zowel de lage rug als de regio’s waarmee die is verbonden. Die mogelijkheden worden met de patiënt verwerkt in het behandelplan. De behandeling zelf bestaat over het algemeen uit oefentherapie en mobiliserende technieken. Daarbij is de oefentherapie vaak gericht op de belastbaarheid. De mobiliserende technieken moeten de bewegingsmogelijkheden verbeteren. Daarnaast is het belangrijk om bij de behandeling rekening te houden met de eerder genoemde factoren zoals spanning, angst en de manier van leven. Een gepaste opbouw en een juiste informatie over pijn en bovengenoemde factoren zijn soms essentieel om de aard van het klachtenbeeld te begrijpen en te kunnen behandelen.
Fysiotherapie Adams is aangesloten bij de NVMT van het KNGF.
Met name Joost, Robin en Jos zijn als master manueel therapeuten hierin bekwaam, Devano als MMT i.o. is een goed alternatief